of
Heeft u vragen over onze producten of wilt u een bestelling plaatsen? Klik dan op de button hiernaast en stel uw vraag aan één van onze Productspecialisten, zij helpen u graag verder!
De ontsteking in een benzinemotor zorgt ervoor dat het mengsel van benzine en lucht wordt ontstoken aan het einde van de compressieslag. Het ontstekingssysteem bestaat bij de meeste benzine motoren uit een of meerdere (pen)bobine(s), bougies en een ECU of motorregelapparaat om alles aan te sturen. Afhankelijk van het systeem en de leeftijd van het voertuig kan er een ander type ontsteking zijn toegepast. Zo zijn oudere voertuigen bijvoorbeeld voorzien van een centrale bobine die de stroom middels bougiekabels naar de bougies distribueert. Nieuwere benzinemotoren zijn veelal voorzien van losse penbobines waarbij elke cilinder haar eigen bobine heeft. |
Een dieselmotor is een zelfontbrander, dat wil zeggen dat door de hitte van de compressie de dieselbrandstof en de zuurstof uit zichzelf ontbranden en dus geen externe vonk nodig hebben. Een dieselmotor heeft echter wel een gloeisysteem welke bestaat uit een gloeimodule en gloeibougies (ook wel gloeistiften genoemd). Bij de koude start helpt dit systeem om de koude dieselmotor sneller te doen starten. Wanneer het voertuig wat ouder wordt zijn dit veel voorkomende defecten waardoor een dieselmotor slecht (koud) start.
Hier vindt u alle onderdelen van het ontstekingssysteem voor een benzinemotor en voor het gloeisysteem van een dieselmotor. Bij vragen of advies staan onze productspecialisten uiteraard voor u klaar.
Indirect ingespoten dieselmotoren moeten altijd worden gestart met behulp van het gloeisysteem. Direct ingespoten dieselmotoren worden bij koude buitentemperaturen ook geholpen met de koude start door middel van het gloeisysteem. De gloeibougies, aangestuurd door de voorgloei module, verwarmen de lucht voor in de cilinders voor een soepelere koude start. Wanneer er een defect in het gloeisysteem aanwezig is, is dit voornamelijk te merken bij de koude start. De motor zal slecht starten, veel roken en onregelmatig lopen. In de regel slaat het motormanagementsysteem een dergelijke storing op welke uitgelezen kan worden om de storing op te zoeken.
Bij demontage van de gloeibougies, welke direct in de cilinderkop gemonteerd zitten, is voorzichtigheid geboden. De gloeibougies zitten vaak stevig vast en zijn relatief breekbaar waardoor er restanten in de cilinder kunnen vallen. In dat geval zal de cilinderkop gedemonteerd moeten worden om de restanten te kunnen verwijderen. Het advies is gloeibougies te verwijderen bij een bedrijfswarme motor om de kans op schade te verkleinen.
De bougie beschermhuls sluit zich om de aansluiting van de bougie heen om zo de stroom van de bobine door te kunnen geven, ook wel bekend als bougiedop. Deze bougie beschermhuls/bougiedop is tevens geïsoleerd voor bescherming en het voorkomen van kortsluiting.
Bij een conventioneel ontstekingssysteem wordt er gebruik gemaakt van een stroomverdeler. Dit betekent dat er een centrale bobine is met een bobinekabel naar de stroomverdeler. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld losse penbobines waarbij elke cilinder voorzien is van een eigen bobine. De stroomverdeler verdeelt de stroomtoevoer via de bougiekabels over de bougies waardoor er ontbranding plaats kan vinden. Hier vindt u onder andere een reparatieset voor uw stroomverdeler of losse onderdelen zoals een stroomverdelerkap.
De bobine zorgt voor de stroomtoevoer richting de bougies. Er zijn diverse soorten bobine ontstekingssystemen. Zo is er bijvoorbeeld een centrale bobine die middels een verdeler stroom afgeeft aan de bougies, maar ook zogenaamde penbobines waarbij elke cilinder voorzien is van een eigen bobine direct op de bougie gemonteerd. De werking en de functie van beide systemen zijn echter gelijk alleen de constructie wijkt af met bijbehorende voor- en nadelen.
Vooral eerder genoemde penbobines worden met de tijd storingsgevoeliger omdat ze bloot worden gesteld aan hogere temperaturen, deze zijn immers gemonteerd in de cilinderkop. Wanneer een bobine uitvalt krijgt de motor last van misfires of een cilinder die helemaal niet meer meewerkt aangezien er geen vonk wordt opgewekt. Dit resulteert in een slecht lopende motor die niet op alle cilinders loopt en gaat veelal gepaard met een motorstoringslampje.
De bougie welke in de cilinderkop gemonteerd zit zorgt voor de vonk in de verbrandingskamer van een benzine- of gasmotor. De bougie wordt door de bobine (en aangestuurd door het motormanagementsysteem) voorzien van stroom. De hoge stroom die opgewekt wordt springt over tussen de elektrodes aan het uiteinde van de bougie, wat resulteert in een verbranding in combinatie met brandstof en zuurstof. Bougies zijn slijtage onderdelen en dienen tijdig vervangen te worden, raadpleeg voor de interval de fabrieksvoorschriften. Mocht een bougie onverhoopt vallen (bijvoorbeeld op de grond) is deze niet meer bruikbaar en dient een nieuwe te worden gemonteerd. Dit heeft te maken met schade aan het keramische gedeelte of aan de elektrodes.
De bougiekabels zorgen voor de doorvoer van stroom vanaf de stroomverdeler of bobine naar de bougies. Deze kabels kunnen gevoelig zijn voor vocht en ongedierte (onder andere marters), met een slecht draaiende motor als gevolg.
De gloeibougies of gloeistiften, aangestuurd door de voorgloei module, verwarmen de lucht voor in de cilinders voor een soepelere koude start. Wanneer er een defect in het gloeisysteem aanwezig is, is dit voornamelijk te merken bij de koude start. De motor zal slecht starten, veel roken en onregelmatig lopen. In de regel slaat het motormanagementsysteem een dergelijke storing op welke uitgelezen kan worden om de storing op te zoeken.
Bij demontage van de gloeistiften, welke direct in de cilinderkop gemonteerd zitten, is voorzichtigheid geboden. De gloeibougies zitten vaak stevig vast en zijn relatief breekbaar waardoor er restanten in de cilinder kunnen vallen. In dat geval zal de cilinderkop gedemonteerd moeten worden om de restanten te kunnen verwijderen. Het advies is gloeibougies te verwijderen bij een bedrijfswarme motor om de kans op schade te verkleinen.
De ontstekingstijdstip versteller is een stelmechanisme gebruikt om de ontsteking juist af te stellen, deze leest men af met behulp van de ontstekingstijdstip aanwijzer.
De ECU (Electronic Control Unit), ook wel motormanagementsysteem genoemd, zit in elke moderne auto gemonteerd. Alle sensoren in de auto zijn aangesloten op deze computer en voorzien de computer van informatie. Op basis van deze informatie verzorgt de ECU de aansturing van onder andere de motor. Door bijvoorbeeld informatie van de luchtmassameter, de gaspedaalstand en de lambdasensor weet de ECU exact hoeveel brandstof er ingespoten dient te worden om aan de vermogensvraag te voldoen van de bestuurder. Verder zijn moderne ECU’s uitgerust met een zelfdiagnose systeem waardoor storingen en foutcodes worden opgeslagen in het geheugen en deze uitgelezen kunnen worden door de garage om diagnose te stellen. ECU’s gaan in de regel een autoleven mee maar kunnen sporadisch defect gaan waardoor de auto niet naar behoren functioneert. Dit is vaak lastig te achterhalen aangezien de ECU’s zelfdiagnose in sommige gevallen dan niet meer nauwkeurig is.
De ontstekingsmodule zorgt voor de timing van de stroomtoevoer richting de bobine(s). Zo komt er precies op het gewenste moment (bij ontsteking) de juiste hoeveelheid stroom de bobine in. Tevens biedt de ontstekingsmodule bescherming voor de ontstekingsspoel zodat deze niet continu belast wordt met stroomtoevoer. Een defecte ontstekingsmodule kan er onder andere voor zorgen dat de motor niet aanslaat, er kortsluiting is of dat de motor afslaat wanneer deze warm is.
Hier vindt u het juiste relais voor het gloeisysteem van uw voertuig. Dit betreft een veel voorkomend probleem wanneer de dieselmotor slecht koud start. Een defect relais zorgt ervoor dat het gloeisysteem niet haar werk kan doen.
Hier vindt u diverse (serie) ontstekingsweerstanden ten behoeve van de ontsteking.
De spanningsregelaar zorgt ervoor dat de auto en de accu worden voorzien van de juiste laadstroom, onafhankelijk van welke toerental de motor draait. De dynamo loopt immers mee op de motor middels een multiriem en draait verschillende toerentallen, de spanningsregelaar trekt dit gelijk zodat de boordspanning hetzelfde blijft. Een defecte spanningsregelaar kan voor rare storingen zorgen en kan er tevens voor zorgen dat de accu niet wordt bijgeladen.
Hier vindt u de juiste stekker voor de bobine(s) van uw voertuig. Na verloop van tijd kunnen deze bijvoorbeeld gaan corroderen door de buitenlucht waardoor de stekker slecht contact maakt.
Wanneer er een vaste bobine is als ontstekingssysteem wordt er gebruik gemaakt van een stroomverdeler. Dit betekent dat er een centrale bobine is met bougiekabels richting de bougies. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld losse penbobines waarbij elke cilinder voorzien is van een eigen bobine. De stroomverdeler zorgt voor de stroomtoevoer richting de bougies waardoor ontbranding plaats kan vinden.
Wanneer er een vaste centrale bobine gemonteerd is (dus geen penbobines) is er een rotor aanwezig onder de verdelerkap. Deze rotor draait met half krukas toerental rond en is mechanisch verbonden aan de motor. De bobine geeft de hoogspanning af aan de rotor in de verdeler. De rotor is gevoelig voor onderhoud aangezien de contactpuntjes na verloop van tijd gaan corroderen, met als gevolg een zwakkere bougievonk.
U vindt hier diverse onderdelen ten behoeve van het ontstekingssysteem van uw voertuig zoals bijvoorbeeld startschakelaars.